Padel REGELS
Wat is padel?
Verrassend, spannend, snel en spectaculair. Dat is padel. Niet voor niets de snelst groeiende sport van Nederland! Padel is een mooie mix van tennis en squash. Het is makkelijk te leren, fun, een perfecte workout en heel sociaal. Je kunt het spelen in groepen gemixt met verschillende leeftijden en niveau’s; want kracht is niet de dominante factor. Kom ook padel spelen & ontdek de fun!
Padel is sport, spel, fun en fitness inéén
Verrassend, spannend, snel en spectaculair. Dat is padel. Niet voor niets de snelst groeiende sport van Nederland! Padel is een mooie mix van tennis en squash. Het is makkelijk te leren, fun, een perfecte workout en heel sociaal. Je kunt het spelen in groepen gemixt met verschillende leeftijden en niveau’s; want kracht is niet de dominante factor. Kom ook padel spelen & ontdek de fun!
Regels padel
Sla de bal over het net, in het vak van de tegenpartij
Zorg dat de bal aan de overkant eerst de grond raakt, dan pas het glas of het hekwerk
De bal mag daarbij maar één keer stuiteren
Speel de bal na de stuit direct terug of via het glas (niet via het hekwerk)
Of speel de bal als hij na de stuit terugketst via één van de wanden
In een rally (niet na de opslag) mag je de bal ook terugspelen zonder stuit (volly)
Je mag de bal ook terugspelen als hij buiten de kooi komt
Puntentelling
De puntentelling bij padel gaat precies zoals bij tennis: 0, 15, 30, 40 en game. Bij 40-40 is het deuce en moet je 2 opeenvolgende punten scoren om de game te winnen. Een wedstrijd verloopt met game, set en match. Om 1 set te winnen, moet je team 6 games winnen met 2 games verschil. De wedstrijd win je volgens het principe van ‘best of three: met 2 gewonnen sets. Spelen de teams de games met 6-6 gelijk? Dan volgt een tiebreak, waarbij je doorspeelt tot 7 gewonnen punten met 2 punten verschil. Nog steeds geen winnaar? Dan speel je een supertiebreak of wedstrijdtiebreak tot 10 punten met 2 punten verschil.
Opslag
Een potje padel begint met de opslag of service. Dat gaat wel anders dan bij tennis. De opslag speel je altijd onderhands, op heuphoogte (de navel of lager). Laat de bal stuiteren achter de servicelijn voordat je hem diagonaal in het servicevak aan de overkant van het net speelt. Zorg dat je met beide voeten achter de servicelijn staat, in het juiste vak (bij de 1e opslag rechts, daarna links en rechts afwisselend). Anders is het een fout. Aan de overkant moet de bal eerst stuiteren in het diagonale servicevak (witte lijnen). Na de stuit mag hij wel het glas raken, maar niet het hekwerk (foutservice). Raak je bij je service het net? Als hij 2x stuitert in het juiste vak of stuitert en de kooi uitgaat; opnieuw spelen. Als hij na het net het hekwerk raakt, is het een fout.